“Vanaf vrijdag mogen we weer de hele dag zwemmen en elke dag de weg op!” appte echtgenoot enthousiast naar een vriend/collega na mijn samenvatting van de dagelijkse persconferentie van afgelopen dinsdag. (Ik vermoed dat ze dat niet voor niets op 5 mei bekend gemaakt hebben, maar dat terzijde).
“Geweldig! Zaterdag stranddag?” appte hij terug (in het Engels, want hij is Duits, maar dat spreekt echtgenoot dan weer niet).“Yes!” was ons antwoord.
We hebben een vaste groep kennissen waarmee we regelmatig een stranddagje organiseren. Dat kon dus al twee maanden niet. De lockdown was hier niet intelligent (dat mag je van mij op twee manieren uitleggen) en volledig. Met de auto mocht je alleen voor boodschappen of medicijnen de weg op en dat maar twee dagen per week, die bepaald werden door de eerste letter van je nummerplaat. Wandelen en fietsen mocht na twee weken weer, maar alleen tussen 6 en 9 ’s ochtends en tussen 6 en 8 ’s avonds. Zwemmen mocht in eerste instantie niet, maar een week later toch wel, maar dan alleen ’s ochtends.
Op zich was die maatregel te begrijpen, want "bai landa”(gaan zwemmen) houdt hier voor veel mensen in dat je met een grote groep op het strand rondhangt, barbecuet en af en toe het water in gaat en dat probeerde men te voorkomen.
Wij waren de eerste week vooral heel blij dat we weer mochten zwemmen. Want als je op loopafstand van een strandje woont en de zee de hele dag ziet vanaf je porch, werkplek en eettafel, is het irritant dat je er niet in mag. Maar na een tijdje begon het ons toch te ergeren, die vastgestelde uren. Echtgenoot is geen ochtendmens. Die is voor negen uur helemaal nog niet aan lichaamsbeweging toe. En voor mij is die periode tussen zes en negen de tijd waarin ik hard in de tuin of het huis aan het werk wil, omdat het dan nog koel is. Zwemmen doen we het liefst rond een uur of twee, als het zelfs te heet is om stil te zitten en na te denken. Maar die vrijheid hadden we niet.
Vanaf vandaag dus weer wel. Heerlijk!
En morgen dus die stranddag met vrienden? Nou nee. Het strand waar we naar toe wilden is een betaald strand, dat aangaf de poorten te sluiten zodra er meer dan 100 bezoekers zijn. Er kwam een voorstel om dan een gratis strand te bezoeken, maar dat werd afgewezen door de mensen die eigenlijk alleen maar naar dat ene strand willen. Amerikanen. Die dus fanatiek genoeg zijn (de clichés zijn helaas vaak waar) om al om acht uur ’s ochtends op dat strand te gaan zitten, om er zeker van te zijn dat ze erin mogen. En dat we dat dan allemaal maar moeten doen. Om acht uur!
Echtgenoot was er duidelijk over. “Een van mijn grote ergernissen over de lockdown was verplicht heel vroeg naar het strand moeten”, appte hij. “Dat ga ik dus niet doen.”
Wij gaan morgen met z’n tweeën naar een gratis strand. En als die allemaal te vol zijn, gaan we gewoon even een half uurtje zwemmen op het strandje beneden. ’s Middags. Omdat dat weer mag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat leuk dat je wilt reageren!
Ik lees alle reacties en meestal antwoord ik ook, al kan dat soms een paar dagen duren.