14 november 2024

Natuurverschijnselen

 

Ik heb een beetje moeite met het verzinnen van een stukje vandaag. Slecht geslapen, heel vroeg opgestaan vanwege werk dat echtgenoot moest doen voordat iedereen wakker werd. En ik had nog niet eens een onderwerp verzonnen. Maar ik wil wel graag in het ritme van iedere week een stukje blijven. Zullen we het dan maar over het weer hebben? Altijd een dankbaar onderwerp, tenslotte.

Het weer hier op het eiland is definitief omgeslagen. Van heter dan normaal naar "toch wel erg veel regen".  We lijken wel Nederlanders, altijd klagen over het weer.

Maar het is dan ook wel erg nat. En donker. En... koud? Nou ja. Dat niet. Truien hoeven we nog niet aan te schaffen. Maar het is wel lekker fris. Zo'n 29 graden overdag en 's nachts daalt de temperatuur naar 25 of 26 graden. Tijdens de buien is het ook vrij koel (26, 27 graden dus). Tja, het is maar wat je gewend bent...

Tussen de buien door is het over het algemeen nog wel lekker zonnig. Zo erg is het allemaal niet. En gelukkig heeft het niet meer zo extreem geregend als het begin mei deed. 

Toen was de weg naar ons huis letterlijk weggespoeld. En de oprit ook. Het voordeel van onverharde wegen is dan wel dat je het met een loader (graafmachine) vrij simpel weer glad kunt maken. Maar dat wist iedereen op het eiland. Het heeft even geduurd voor we er een gevonden hadden die bij ons wilde komen. En ik zeg wel "we", maar ik bedoel de eigenaar van het apartementencomplex naast ons, die heel wat mensen kent op het eiland en ook een stuk meer overwicht heeft dan die twee paniekerige Nederlanders die hun erf niet meer kunnen verlaten. Want zo erg was het. Het gat recht voor ons hek was een halve meter diep en je kon er niet veilig omheen rijden, want er waren ook twee geulen van dertig centimeter diep. Maar goed, dat was vrij snel allemaal weer opgelost.

Nu regent gewoon hard en vrij regelmatig. Niets om je zorgen over te maken. Gewoon, flooding in the usual places, zoals Meteo dat altijd zo mooi uitdrukt. De tuin vindt het heerlijk. Alles groeit nog harder dan het al deed. Wat niet handig is, want ik ben juist - tussen de buien door - druk bezig met het uitdunnen van mijn oerwoud. Maar het groeit achter mijn rug gewoon weer terug allemaal. Ach ja, het houdt me van de straat zullen we maar denken.

O, nu we het toch over natuurverschijnselen hebben... Twee weken geleden hadden we een aardbeving. Dat was wel even schrikken. Het was maar een kleintje (3,5 op de schaal van Richter), maar het is toch een raar gevoel als je ineens zit te schudden in je stoel. En het geluid, heel vreemd was dat. Ik probeer het te omschrijven, maar het lukt niet erg. Zoiets als onweer in de verte, maar dan onder je voeten. Zo raar! 

Gelukkig was er geen schade op het eiland. Tenminste, bij ons zijn twee scheuren die al in de vloer zaten toch wel wat breder geworden. Maar die vullen we wel weer op. Het huis staat nog en er is niemand gewond, dat is het belangrijkste. En volgens de statistieken zijn aardbevingen hier zeldzaam. Aangezien dit de tweede al was dit jaar, zijn we er voorlopig weer van af. 

Of werkt dat niet zo? ;-)

eigen foto

07 november 2024

Niet plassen in de vuilnisbak

 

"Wat staat daar?"

Echtgenoot wees naar een papier dat aan de balie bij ROP (Ruimtelijke Ordening en Planning) hing. We zaten daar te wachten tot we aan de beurt waren. Hoewel veel van de mededelingen aan het prikbord zowel in het Engels als in het Papiamentu* waren, hadden ze van dit briefje alleen de Papiamentu versie hangen.

Soepel vertaalde ik: "Wij hebben een achterstand in ons werk door te weinig personeel. We doen er alles aan om u zo snel mogelijk van dienst te zijn. Bedankt voor uw begrip daarvoor." (of zoiets, ik heb het niet woordelijk onthouden).

Lachend voegde ik eraan toe: "Niet dat je kunt controleren of dat er echt staat. Ik kan je van alles wijs maken..." De man die naast ons zat, was te dronken (of ziek - hij liep wankel en praatte onduidelijk) om zich met het gesprek te bemoeien, dus van hem hoefde ik geen bevestiging van mijn vertaling te verwachten. Maar echtgenoot zei dat hij met mijn vertaling de woorden ook herkende en dat het sowieso logisch klonk. 

Gelukkig maar, want een uurtje eerder had ik toch hard getwijfeld aan mijn kennis van het Papiamentu. Ik was bij de SVB (we deden een rondje "dingen regelen") even naar het toilet geweest. Daar hing een bordje dat volgens mij alleen maar vertaald kan worden met "niet plassen in de vuilnisbak".
Maar dat roept allerlei rare gedachten bij me op. Bovenal lijkt het me logisch. Dat doe je gewoon niet als er een keurige toiletpot met bril is. Waarom moet je dan speciaal een bordje maken om te melden dat het niet mag? Het was nog een damestoilet ook. Van een man kun je nog verwachten dat hij ergens anders op richt, maar welke vrouw gaat er met haar achterwerk boven de vuilnisbak hangen om... Nou ja, laat maar. Sommige dingen zal ik nooit goed snappen, hoe ver ik ook ingeburgerd raak. 
Voor de kenner: er stond "no pishi den baki di shushi" - ik kan er echt niets anders van maken.

Maar dat terzijde. Dat ze bij ROP een achterstand hadden wisten we al. Toen we onze documenten en tekeningen voor de aanvraag van onze bouwvergunning inleverden, vroeg ik hoe lang het ongeveer ging duren.
"We hebben een achterstand. We bellen u als het klaar is," zei de dame achter de balie. 
"Maar waar moet ik aan denken?" vroeg ik - heel Nederlands. "Weken, maanden?"
"We hebben een achterstand. We bellen u als het klaar is," herhaalde de dame.
Oké. Duidelijk. Geduld is een schone zaak.

Maar inmiddels waren we ruim een jaar verder. En we hadden nog steeds niets gehoord. Dan ga je je toch afvragen of er niet iets misgegaan is.
En zo vroeg ik het dus ook, toen we aan de beurt waren. "Klopt het dat we nog niets gehoord hebben?"
Ze ging het controleren. We stonden in ieder geval in het computersysteem. Dat scheelde. "Ze zijn er mee bezig."
"Dat is fijn," zei ik. "Hoe lang nog ongeveer? Een paar maanden?" Ik wilde niet onbeleefd en ongeduldig overkomen, maar het is wel fijn om een beetje te weten waar je aan toe bent.
Ze gaf geen antwoord, maar noteerde ons nummer. "Ik ga melden dat u geweest bent," zei ze.

Dat is alvast goed nieuws. Hopelijk gaat de betreffende medewerker dan op zoek naar ons dossier, zodat het boven op de stapel komt.

Tenminste, als deze afdeling net zo werkt als de afdeling waar we een paar jaar geleden iets anders aan moesten vragen. Ook toen hadden we al een redelijke tijd geduldig gewacht. Dat vond men daar ook. We mochten meekomen naar het bureau van de man die het moest regelen. Hij bood ons gastvrij zitplaatsen aan en ging ijverig op zoek naar onze aanvraag in de stapel papieren op zijn bureau. Daarmee gooide hij de volgorde totaal door elkaar, maar dat was blijkbaar al vaker gebeurd, want wij lagen zo goed als onderop en ik kon zien veel andere aanvragen nieuwer waren. Die stapel was bepaald niet op volgorde van binnenkomst. Ik vraag me dan af of je op die manier ooit aan de beurt komt, tenzij je - voorzichtig en na een flinke tijd geduld hebben, want anders ben je een onbeleefde Nederlander - vraagt of er al nieuws is. Toen ons dossier eenmaal gevonden was, werd de aanvraag direct geregeld.

Dus. Wie weet hebben we over een tijdje een bouwvergunning. Als het mee zit.

Maar ik heb in ieder geval weer even mijn Papiamentu in de praktijk kunnen oefenen. Dat is ook wat waard. Hoewel... ik had liever niet geoefend met die mededeling over die vuilnisbakken, want nu vraag ik me in elk openbaar toilet van alles af...

*De officiële talen op Curaçao zijn Nederlands, Engels en Papiamentu. De huidige tendens is toch wel een beetje het Nederlands te laten vallen. 

foto van Pavel DanilyukFoto door Pavel Danilyuk: https://www.pexels.com/nl-nl/foto/kantoor-werkplek-werkplaats-documenten-7654588/Foto door Pavel Danilyuk: https://www.pexels.com/nl-nl/foto/kantoor-werkplek-werkplaats-documenten-7654588/

30 oktober 2024

Avontuur

 


Ik was halverwege mijn boodschappenrondje en was op de terugweg van Zeelandia naar de westkant van het eiland. Terwijl ik de Julianabrug opreed, vertelde ik mezelf dat er geen enkele reden was om naar de kringloop te gaan. Ik had de week ervoor nog 18 boeken gekocht bij de Boekenbank (als je wil weten welke: een gedetailleerd verslag staat op mijn leesblog). En de paar kleine dingen van mijn vader die ik had meegenomen uit Nederland had ik nog niet eens een echte plek in mijn huis gegeven. Geen enkele reden om boeken of dingen te kopen dus. Genoeg is genoeg. Heel verstandig geredeneerd. 

Maar toen realiseerde ik me ineens dat ik ook niet naar een kringloop ga om dingen te kopen. Ik ga erheen omdat het een avontuur is. Je weet nooit wat je vindt en dat maakt het zo leuk. En avontuur kan ik altijd wel gebruiken. Het mag dan heel avontuurlijk lijken om op Curaçao te wonen, maar na ruim vijf jaar is dat voor mij heel gewoon. En verder maak ik ook niet echt veel mee.

Dus nam ik toch de afslag. 

Ik parkeerde op parkeerplaats naast het politiebureau en wandelde door de smalle steeg naar de kringloopwinkel, me ondertussen afvragend of ze wel open waren. Gelukkig zag ik al snel de deuren uitnodigend open staan. 

Zoals gewoonlijk liep ik eerst naar boven. Deze kringloop is gevestigd in een oud pand met twee verdiepingen en zonder airco. Ik begin dus op de warmste plek en ga dan naar beneden. Andersom heb ik vaak geen puf meer om de laatste trap naar de bovenste verdieping te nemen. En daar liggen zowel de boeken als het glaswerk, dus daar moet ik juist heen.

Het glaswerk viel tegen deze keer. Geeft niet, ik heb eigenlijk al te veel flesjes en schaaltjes die ik mooi vind, maar niet gebruik. Bij de boeken zocht ik deze keer niet naar "iets te lezen" (want ik had die 18 boeken nog), maar naar "die kan ik echt niet laten liggen". Dat was er niet echt, maar blijkbaar voelde het toch niet goed om niets mee te nemen, want ik pakte Magnus van Arjen Lubach uit de stapel Lijsters. Ik heb me altijd afgevraagd of hij ook grappig schrijft of dat hij dan toch vervalt in literaire narigheid. We gaan het zien.

Daarna daalde ik de eerste trap af. Blijkbaar is er een barrière doorbroken als ik eenmaal een boek in mijn handen heb, want ineens had ik er drie. Maar ik keek nog eens kritisch en legde de twee verstekelingen toch weer terug. 

Beneden snuffelde ik nog even rond. Het ging goed. Eén boek, geen glaswerk. Maar toen.

Platte manden. Een paar maanden geleden was ik daar naar op zoek geweest. Iemand op het internet gebruikt ze om kruiden op te drogen en dat wilde ik ook proberen. Of het handig is, weet ik niet, maar het staat wel heel mooi. Destijds kon ik ze nergens vinden, dus kocht ik goedkope mandjes bij HomePlus (soort Action hier op het eiland, met vooral Chinese rommel). Die werkten ook, maar deze zijn mooier. En ach, mandjes heb je nooit te veel, toch? (retorische vraag - geen antwoord geven a.u.b)

Aardewerken maatbekers. 1 cup, 3/4 cup en 1/2 cup. Ik denk dat 1/4 cup er ook zou moeten zijn, maar die was er dus niet. Dat maakt niet uit, ik heb nog veel meer maatbekers. O... Nou ja, maar deze zijn wel heel erg leuk.

Een houten doosje met een deksel dat in twee delen wegdraait. Geen idee waar het voor bedoeld is, maar ik vind vast wel iets om erin te doen. 

Een gietijzeren (denk ik) kookpan. Eerst maar eens goed schoonmaken. Geen idee of ik hem ga gebruiken, maar anders mag hij voor de sier aan de muur.

Een prachtige snijplank. Tenminste, de dame achter de toonbank vond het een snijplank. Ik had juist bedacht dat het zonde was dat iemand zijn mes had gebruikt op dit houten bord, maar dat ik de krassen er vast wel redelijk uit kon krijgen. Maar goed, we waren het erover eens dat het een mooi ding was, dat wel.

Toen ben ik maar gestopt met snuffelen. Het was wel genoeg geweest.

Ik mocht het allemaal meenemen voor 22 gulden, iets meer dan 11 Euro dus. Geen geld voor een halfuurtje avontuur. En ik hield er nog leuke spullen aan over ook.

24 oktober 2024

Water

 

Echtgenoot nam zijn rinkelende telefoon op. Ik hoorde de behoedzaamheid in zijn stem komen, toen hij hoorde wie het was. Daarom bleef ik onderaan de trap staan luisteren. Wat nu weer?

"Ja, ja... Dat klopt." Nog steeds heel voorzichtig.
En toen: "O! Nee, niets aan dehand. We zijn ons zwembad aan het vullen."
Hij had Aqualectra aan de lijn. Vandaar die voorzichtigheid. Want we zijn jaren met die lui aan het tobben geweest, voor we de gewenste aansluitingen geregeld hadden. En dus was echtgenoots eerste gedachte dat er wéér iets aan de hand was. Maar nee. We hebben sindskort een slimme meter en die gaf alarm omdat we ineens heel veel water gebruikten. Dus belden ze maar even om ons te waarschuwen.

Wat een goed systeem! Dat voorkomt een hoop gezeur achteraf. Aqualectra is niet zo heel goed in het afhandelen van problemen met betalingen en facturen. Je moet dat bij hun op kantoor komen doen. De wachttijden kunnen soms enorm lang oplopen en de frustratie daardoor ook. Raad eens hoe ik dat weet... De rest van dat verhaal zal ik jullie maar besparen.
Maar goed, ze doen nu dus hun best om dat te voorkomen. Heel fijn.

Wat ook fijn is, is dat zwembad. Dat hebben we lang moeten missen. We hadden voor we naar Nederland vertrokken al een tijdje last van algen, waardoor het water niet al te veilig meer was. Af en toe lukte het - met veel chemicaliën - om de boel weer een beetje goed te krijgen, maar het ging steeds weer fout.
Mede door de extreme hitte natuurlijk. Het water werd niet koeler meer dan 32 graden.
Maar wat ook niet hielp, was dat onze UV-lamp kapot was. Dat ding zorgde er juist voor dat we veel minder chloor hoefden te gebruiken. Maar we wisten niet dat zo'n ding na een jaar al niet goed genoeg meer werkt. Vandaar die algen. Die van ons was al twee jaar oud toen hij doorbrandde. En daarna was het water helemaal niet meer te redden. Toen we besloten voor langere tijd weg te gaan, gaven we de strijd op en lieten we het hele bad maar gewoon leeglopen in de tuin. Vonden de bomen wel lekker, trouwens.

In Nederland bestelden we een nieuwe lamp. En een nieuw zwembad, want eigenlijk is die van ons aan vervanging toe. De toplaag is versleten en dat zorgt ook al voor algenvorming. Ons plan was het oude zwembad weg te halen en even zonder te doen tot het nieuwe zwembad er was. Echtgenoot had nog speciaal aan de vervoerder gevraagd of het snel geregeld kon worden. Ze zeiden van wel, maar ze regelden het niet.

Toen hij daarachter kwam, dreigde echtgenoot witheet te worden, maar er was geen zwembad om in af te koelen. Dus stelde ik voor te kijken of het oude zwembad nog te redden was. En dat was het. Voorlopig nog wel in ieder geval. En omdat we de UV-lamp in de koffer meegenomen hadden, konden we deze keer zorgen dat de algen geen kans krijgen. We hebben nu prachtig helder blauw water. 

Als het nieuwe zwembad er is, zullen we dat uiteindelijk ook wel gaan opzetten. Wat dus betekent dat de tuin weer extra water krijgt, omdat het oude leeg moet.
En dat Aqualectra weer moet bellen, omdat we het nieuwe zwembad weer moeten vullen. Maar dan weten we dat we een telefoontje van hen kunnen verwachten, dat scheelt.

16 oktober 2024

Best wel een goede dag

 

Na twee maanden in het steeds kouder wordende Nederland zijn we zondag weer geland op ons tropische eiland. De temperaturen zijn nog steeds aan de hoge kant, maar het is een stuk beter uit te houden dan in augustus, dus dat scheelt.
Nu alleen nog door die jetlag heen zien te komen. Ik weet inmiddels wel dat ik er last van zal hebben, maar het valt me altijd weer tegen. Ik ben het soort mens dat graag deadlines en startdatums stelt. En onbewust heb ik altijd het idee dat ik “het allemaal beter ga doen zodra ik thuis ben.” Met “het allemaal” bedoel ik dan gezond eten, meer bewegen, schrijven, het huis en de tuin bijhouden, goed voor mezelf zorgen, dat soort dingen.
Maar dat lukt dus nooit, vanwege de jetlag.
Zondag waren we pas om acht uur ’s avonds thuis, dus zijn we min of meer rechtstreeks doorgegaan naar bed. Logisch, want onze innerlijke klok stond nog op Nederlandse tijd en daar was het twee uur ’s nachts. We waren dus ook om een uur of een onze tijd weer wakker. En daarna om drie uur en om vier uur… Om half vijf zijn we er maar uit gegaan. Op zich niet erg, maar dat zorgde er natuurlijk wel voor dat we om negen uur alweer moe waren, omdat we nauwelijks geslapen hadden. Half uurtje op bed gelegen en vooruit, nu echt wat doen. Koffer met dingen-die-we-uit-Nederland-meegebracht-hebben uitgepakt, geknuffeld met de katten (alle vier nog gezond en wel) de planten die het overleefd hadden (het grootste deel gelukkig) water en aandacht gegeven en om twee uur weer ingestort. Nog maar een uurtje op bed, beetje lezen, beetje hangen, pizza in de oven en om acht uur naar bed.
Die eerste dag is lastig… dat weet ik. Maar ik heb als ik naar bed ga altijd de illusie dat ik er daarna wel weer ben.
Dag twee liep een beetje vreemd. Het begon goed. Zes uur opgestaan. Rondje door de tuin gemaakt en een beetje gesnoeid, een soepje voor de lunch opgezet en een was in de machine. Echtgenoot wilde buiten de deur lunchen. Ook goed. Altijd gezellig in ons vaste restaurant.
De auto wilde niet starten. De accu had al die tijd met losse polen gestaan, zodat hij niet leegliep op lampjes en alarmen, maar dat had niet mogen baten. Echtgenoot liet de auto naar beneden rollen en toen startte hij weer. Bij het restaurant parkeerde we op een strategische plek: met de neus naar voren en naar beneden op een helling. Dat was maar goed ook, want na een gezellige lunch startte hij weer niet vanzelf.
Dat houdt in dat de accu kapot is (dat gebeurt hier zo eens in de anderhalf jaar), dus reden we meteen maar naar de stad om een nieuwe te halen. Drie kwartier heen, kwartiertje om de accu te wisselen, even de supermarkt in voor een paar noodzakelijke aankopen nu we toch in de buurt waren en drie kwartier terug. Toen was de middag dus om. Gauw de was ophangen en de soep in de koelkast schuiven en verder was ik er wel klaar mee. Ik viel om vijf uur bijna in slaap, maar was om zes uur -na een ongezonde snack- wakker genoeg om een redelijk gezonde maaltijd te koken. Om zeven uur viel echtgenoot op de bank in slaap. Die was uitgeput van het rijden. En de jetlag natuurlijk. We besloten nog maar een keer vroeg naar bed te gaan.
En weer dacht ik: morgen zal het wel beter gaan.
Het goede nieuws voor vandaag is dat ik zojuist een stukje geschreven heb. Wel een beetje een zeurderig stukje, maar goed, het is er toch een. Ook deed ik een was, werkte ik de soep van gisteren af (kippensoep, dus botjes eruit vissen) en maakte ik in Excel een uitgebreide spreadsheet met de boeken die ik dit jaar gelezen heb omdat ik op mijn andere blog binnenkort toch echt iets met boeken en lezen wil gaan doen.
Het slechte nieuws: ik at (veel) chocolade, had hoofdpijn, oorpijn en geen zin om in de tuin of het huis te werken, laat staan om oefeningen te doen en die tosti staat ook niet bovenaan de lijst met gezonde etenswaren. Dus van al die mooie voornemens kwam niet veel. Maar toch was het best een goede dag.
Ik durf nu echt te denken dat het morgen over is. Of in ieder geval weer een stukje beter. Daar ben ik ook al heel blij mee.

P.S. Ik heb het even opgezocht – Volgens Webmd duurt een jetlag van oost naar west (van Nederland naar Curaçao) ongeveer half zoveel dagen als je tijdzones passeert, dat zou dus 2-3* dagen zijn. Van west naar oost (van Curaçao naar Nederland) even veel dagen als tijdzones, 5-6* dus. Dat zou inderdaad betekenen dat het morgen over is.

*wintertijd: 5 uur tijdsverschil, zomertijd: 6 uur tijdsverschil – Curaçao doet niet aan zomer/wintertijd

P.S.2 Nee, bovenstaand geklets betekent niet dat ik echt geloof dat ik het vanaf morgen ineens “allemaal beter ga doen”. Dat lukt al heel lang niet en dat komt echt niet alleen door herhaalde jetlags. Maar het is in ieder geval één oorzaak minder op de lange lijst van “redenen waarom het niet lukt”.

Foto door George Zografidis

12 september 2024

Blokkade

 

Twee weken geleden schreef ik dat ik me net zo’n buigzame, onbreekbare driehoek voelde, die uiteindelijk toch breekt als er te veel aan gebogen wordt. Dat sloeg op mijn leven, waarin ik steeds maar weer mijn best deed om flexibel te zijn en mee te buigen. Op dat moment had ik nog geen idee hoeveel er nog op me af zou komen.

Een dag nadat ik dat stukje plaatste, stierf mijn vader.

En ik weet niet wat ik daar verder over kan zeggen.

Ik wil er ook eigenlijk niet te veel over zeggen; het is privé en niet alleen mijn verhaal en eigenlijk heb ik er ook niet de juiste woorden voor. Maar ik was eindelijk weer begonnen met schrijven en stukjes plaatsen en ik wil dat niet weer verliezen. Natuurlijk kan ik het volledig negeren en gewoon verder kletsen over andere dingen. Maar daarvoor is mijn blog toch net iets te persoonlijk. Ik schrijf over mijn leven en het voelt niet goed om het helemaal niet te noemen. Bovendien weet ik al dat het averechts werkt om er niets over te zeggen.

Toen mijn moeder overleed, heb ik daar niet over geschreven. Ik vond het te privé en het was niet alleen mijn verhaal. Dat was mijn excuus. Maar eigenlijk vond ik het wel gemakkelijk om niet te hoeven worstelen om de juiste woorden op papier te krijgen.
Ze overleed in mei 2020 en ik zat door de lockdown vast op Curaçao. Ik heb telefonisch afscheid van haar moeten nemen en kon niet bij de begrafenis zijn. En in alle commotie was er ook niemand die bedacht dat ik misschien wel iets had willen zeggen via een filmpje of een stuk tekst dat voorgelezen kon worden. Dat neem ik niemand kwalijk; ik vond het eigenlijk wel gemakkelijk dat ik niet hoefde te worstelen om de juiste woorden op papier te krijgen.

Achteraf besef ik dat dit alles bij elkaar ertoe heeft bijgedragen dat ik lange tijd helemaal niets meer op papier kon krijgen. Ik probeerde af en toe wel wat, maar eigenlijk ging het niet meer. Ik zat soms urenlang naar een leeg scherm te staren, maar er kwam niets. Alsof ik een mentale blokkade had door niet te schrijven over de dood van mijn moeder.

Ik was er nu wel bij. Ik zat naast mijn vader toen hij ons verliet en ik was ook bij de begrafenis. En hoewel ik het vreselijk griezelig vind om toespraken te houden, stond ik daar voor een zaal verdrietige mensen om de man die mijn vader was te herdenken. Het was een worsteling om de juiste woorden te vinden, maar het lukte en ik ben blij dat ik het gedaan heb.

Toen mijn vader twee jaar geleden verhuisde naar een verzorgingshuis, vond ik in de grote huiskamerkast een dikke ordner. Die zat vol met mijn woorden. Vanaf het moment dat ik ze mijn blog had laten zien, hadden mijn ouders elk stukje uitgeprint en zorgvuldig opgeborgen om later nog eens door te lezen. Tot mei 2020 dus.
Ik heb mijn vader weleens verteld dat ik het moeilijk vond om te schrijven sinds mama er niet meer was. Het zou prachtig zijn als ik kon zeggen dat hij me dan wijze raad gaf, me een hart onder de riem stak, of me aanmoedigde om het toch te proberen, maar de waarheid is dat ik hem daar de kans nooit voor gegeven heb. Ik praatte er altijd maar overheen, of zei dat het vanzelf wel weer goed kwam. Maar dat kwam het niet.
Vandaag maak ik heel bewust de keuze om een stukje te schrijven over zijn dood en die van mijn moeder. Want ik wil schrijven. Ik wil die blokkade kwijt.

Twee weken geleden voelde ik me als die geodriehoek. Ik was bang dat ik zou breken als ik te veel moest buigen. Maar nu weet ik dat ik die vergelijking los kan laten. Ik ben geen geodriehoek, ik ben een mens. Een mens heeft een ruggengraat, die kleine stukjes kan meebewegen naar alle kanten, die ver kan buigen in de richting waar je heen wilt gaan en die je rechtop kan houden als dat belangrijk is. Die ruggengraat heb ik de afgelopen weken gevonden.

Ik hoop dat de woorden die ik nu – worstelend met emoties en twijfels - op papier gekregen heb, eindelijk de blokkade opheffen. Er is niemand meer die mijn stukjes zal uitprinten om ze in een ordner stoppen, en dat hoeft ook niet. Maar het feit dat mijn ouders dat destijds gedaan hebben, de trots en de liefde die daaruit sprak, dat zal ik de rest van mijn leven koesteren.

31 augustus 2024

Onbreekbaar

 


Ik ben net zo’n onbreekbare geodriehoek. Dat bedacht ik vanochtend.
Ik heb geen idee of die dingen nog bestaan, maar in mijn schooltijd (sprak oma) had je gewone geodriehoeken en onbreekbare. Helaas gingen die onbreekbare ook geen jaren mee. Die dingen waren namelijk flexibel en als je iets maar vaak genoeg buigt op dezelfde plek breekt het uiteindelijk toch. En dus werden er tijdens saaie wiskundelessen heel wat onbreekbare geodriehoeken gebroken.
Ik mag mezelf er graag op voor laten staan dat ik erg flexibel ben. Nieuwe plannen, onverwachte ontwikkelingen? Geen probleem, ik pas me wel aan. Dat was erg handig toen we nog drie kinderen thuis hadden en dat is nog steeds handig omdat het leven nu eenmaal vol zit met onverwachte wendingen. Ik haal gewoon diep adem en pas me aan.
Maar stiekem ben ik niet zo flexibel als ik graag zou willen zijn. Dan buig ik wel mee, maar als ik te vaak buig, breekt er iets. Soms mentaal, maar ook vaak lichamelijk. Want dat heeft allemaal met elkaar te maken.
En dus kan ik uren in de tuin met een pikhouweel aan de gang zijn, stenen versjouwen en besluiten dat ik best wel even in mijn eentje iets zwaars kan verplaatsen, maar geeft mijn rug het vaak zomaar ineens op als ik eigenlijk helemaal niets bijzonders doe. En dat is heel irritant.
Na ons onverwachte vertrek naar Nederland en wat rust om bij te komen van de hitte en de jetlag, was ik eindelijk zo ver dat ik eens iets wilde gaan doen.
Ik ben drie jaar na aankoop nog steeds aan het reorganiseren en opruimen in ons vakantiehuisje. In eerste instantie moesten we nogal wat spullen van de vorige eigenaars uitzoeken en wegdoen. Ik ben geen echte minimalist, maar zij waren het tegenovergestelde. Zo. Veel. Spullen.
En toen ik daar eindelijk een beetje doorheen was, verhuisde mijn vader naar een verpleeghuis. Ik was streng voor mezelf, maar er zijn toch wel wat dingen in het huisje terechtgekomen, omdat ik het niet over mijn hart kon verkrijgen om ze weg te doen. Ingelijste foto’s bijvoorbeeld. En aangezien ik door het verwijderen van decoratie die niet mijn smaak was toch wat lege spijkers in de muur had…
Maar ik vind het nog steeds te vol hier. En eigenlijk vind ik het niet prettig om persoonlijke foto’s in aan de muur te hebben hangen. Het is tenslotte een vakantiehuisje. Op dit moment gebruiken alleen wij het, maar toch.
Tijdens een bezoekje aan Ikea kocht ik twee ingelijste botanische platen. Die wilde ik ophangen waar de spiegel hing, dan de spiegel terughangen waar hij eerst hing, vier persoonlijke foto’s weghalen en wat andere dingen reorganiseren. En als ik dan toch bezig was, meteen even wat spinrag weghalen en wat randjes afstoffen. Je kent het wel, gewoon een beetje lekker rommelen in huis.
Er waren wat onverwachte wendingen, de afgelopen paar dagen. Ik haalde eens diep adem en paste me aan. Het was nu eenmaal niet anders. Ik moest flexibel zijn. Maar toen ik -eindelijk- eens aan de gang wilde met die platen en foto’s verschoof er iets in mijn rug.
En toen bedacht ik dus dat ik net zo’n onbreekbare geodriehoek was. Die was trouwens meestal nog best te gebruiken ondanks het afgebroken hoekje. Net zoals ik uiteindelijk, met heel vaak uitrusten en voorzichtig bewegen tóch nog wat in huis deed.
Maar het moet wel even afgelopen zijn met dat buigen, want anders breekt er echt te veel af…

foto van wikipedia