Ik heb altijd gedroomd van een grote tuin, waar ik fruitbomen, geneeskrachtige planten en prachtige bloemen zou kweken. Natuurlijk snapte ik wel dat ik af en toe zou moeten schoffelen of snoeien, maar als ik erover nadacht, zag ik mezelf vooral een beetje romantisch rondlopen, gekleed in een lange gebloemde jurk, met zo’n strooien zonnehoed op mijn hoofd, een (antiek) schaartje om bloemen of kruiden te knippen in mijn hand en een mandje om die oogst in te verzamelen aan mijn arm. Zien jullie het voor je? Ik wel.
We hebben hier een groot stuk grond, bijna 2000 vierkante meter. Op een deel daarvan staat ons huis, maar er is ruim 1800 vierkante meter over om mee te spelen.
“We kunnen ook een graafmachine laten komen om die doornstruiken weg te halen,” opperde mijn man al heel in het begin. Maar daarmee verwijder je niet alleen de doornstruiken, maar ook alle andere vegetatie én de vruchtbare bovenlaag van de grond. De wortels verwijder je er niet mee en het zijn nu juist de doornstruiken die na zo’n actie gewoon weer verder groeien. Vond ik dus geen goed idee.
De buren hebben “mannetjes” die het grove werk in de tuin doen. Met een bosmaaier. Dat heeft hetzelfde effect. Je laat alle wortels staan en na een paar weken (of een paar dagen, als het goed regent), kun je gewoon weer opnieuw beginnen. Daar hebben ze dan ook wat op gevonden. Diesel. Of ander gif, maar diesel is goedkoper. Als je hier van die keurig onderhouden kale terreinen (want een tuin kun je het niet noemen) ziet, wordt het negen van de tien keer regelmatig bespoten met diesel.
Ik zal er verder niet over uitweiden wat ik daarvan vind, maar het is in ieder geval geen optie voor mijn tuin. Er zit dus niets anders op. Mijn meest gebruikte gereedschappen zijn het pikhouweel en de grote snoeischaar.
Ik heb een stuk boomgaard van ongeveer 100 vierkante meter en daar heb ik de doornstruiken min of meer uitgeroeid. Verder moet ik natuurlijk wel regelmatig wieden, maar dat hoort erbij.
De rest van onze grond echter…. Ik ben de afgelopen jaren druk bezig geweest, maar af en toe lijkt het erg op dweilen met de kraan open.
Een jaar geleden begon het erop te lijken. De oprit was kaal en mijn boomgaard had ik onder controle, dus ik was bezig een tweede stuk tuin klaar te maken om beplant te worden. Ik had ook al een pad uitgehakt dat rond ons hele terrein liep en ik was begonnen om de overige doornstruiken te verwijderen, met de vage droom om daar in november een maisveld te planten.
In april vertrokken we naar Nederland en door omstandigheden kwamen we pas eind augustus terug. In september maakte ik de oprit en de plek waar onze auto’s staan weer begaanbaar, in oktober wiedde ik de boomgaard, snoeide ik de moringa bomen (want die groeiden bij de buren naar binnen), oogstte ik de enige twee papaja’s die niet door vogels en leguanen opgesoupeerd waren en plukte ik emmers vol orégano di kórsou, berbena en puta luange (waarvan een groot deel door de extreme regen beschimmelde tijdens het drogen). In november was ik ziek en in december gingen we weer naar Nederland omdat onze kleinzoon geboren zou worden.
Toen we twee weken geleden, net terug op het eiland, uit de taxi stapten en van de ingang van ons terrein naar ons huis (dat helemaal achter in de hoek staat) wandelden, moesten we door kniehoog gras waden. De auto’s en de vuilcontainer waren omringd door gras, onkruid en – natuurlijk – doornstruiken. Ook in mijn boomgaard moet weer dringend gewied en gesnoeid worden. De tweede boomgaard en de rest van het terrein negeerde ik nog maar even, dat had ik van september tot december tenslotte ook al gedaan.
Wanhopig vroeg ik aan echtgenoot: “Het was toch redelijk netjes toen we weggingen of ben ik nu gek?”
Ik was niet gek, zei hij. Het moeten groeizame weken geweest zijn.
Dus stond ik dit weekend maar weer met het pikhouweel te zwaaien en met de grote snoeischaar te knippen. Je zag het zienderogen opknappen, dat wel. Maar ik moet nog wel een paar weekenden zwaaien en knippen om weer een beetje het gevoel te krijgen dat ik er doorheen kom. En dan kan ik in de boomgaard weer emmers vol kruiden oogsten (die nu hopelijk wel goed drogen) en enorme takken snoeien. Het is allemaal niet zo romantisch als in mijn dromen. Maar ik geniet ervan. Het is goede lichaamsbeweging en ik vind het hoe dan ook heerlijk om in én met de natuur bezig te zijn. Ik ben dol op mijn tuin en ik hoop nog heel lang in staat te zijn om het op deze manier - min of meer - bij te houden.
En mijn droom over die jurk, zonnehoed, mand en dat antieke schaartje? Ach, wie weet, ooit.
Bedankt voor jullie lieve reacties op mijn vorige stukje! Ik had niet
verwacht dat er nog zoveel mensen mee zouden lezen, maar ik ben er echt
heel blij mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat leuk dat je wilt reageren!
Ik lees alle reacties en meestal antwoord ik ook, al kan dat soms een paar dagen duren.