25 januari 2023

We keken haar lachend en een tikje afgunstig na


“Solo un person!” Vroeger zaten we altijd gezellig met z’n tweeën in de auto als die gekeurd werd, maar dat mag niet meer. Ook gaat het niet zo vlug meer als toen. De rijen zijn enorm lang tegenwoordig. Gelukkig wist ik dat al, omdat we onze andere auto in september hadden laten keuren. Ik had me dus voorbereid en mijn e-reader meegenomen.
Ik stapte uit en ging onder de boom bij de ingang van het terrein zitten. Af en toe las ik een stukje in mijn boek, maar ondertussen keek ik om me heen. Het was nog niet druk onder de boom. De vorige keer zat het stampvol en bracht ik een uur op de vangrail door. Niet erg comfortabel. Nu zat ik op een krukje. Dat was daar neergezet door de dame van het kraampje waar je frisdrank en eten kon kopen, maar die maakte geen bezwaar tegen mensen die niets kochten, maar wel zaten. Ze had toch wel genoeg klandizie.
Beneden bij de ingang stond een potige bewaakster haar werk te doen. Een mannelijke bewaker deed onduidelijke dingen met een schroevendraaier bij het bewakershokje waarin ik nog nooit een bewaker heb zien zitten. Het is namelijk altijd druk bij de keuringen. Wat niet zo gek is, want er zijn veel auto’s op dit eiland en dit is de enige locatie waar gekeurd wordt.
Een geelbruine hond lag langs de weg. Ik staarde een tijdje naar het beest. Leefde ze nog? Ik zag geen ademhaling, maar haar houding was comfortabel. Ik ging er dus maar vanuit dat ze sliep.
Af en toe wierp ik een blik op de lange rij auto’s. Ik zag echtgenoot nog nergens, maar dat kon kloppen, want de rij ging de bocht om.
Een oudere dame ging achter me in de schaduw staan. Ik had het gevoel dat ik haar mijn zitplaats aan moest bieden, maar dat was onzin, er waren nog meer stoelen en krukken vrij. Dus bleef ik lekker zitten, maar ergens voelde het toch verkeerd. Ik ben erg goed opgevoed, en erg braaf, dat blijkt maar weer. Uiteindelijk schoof ze bij een andere dame aan het tafeltje. Die twee begonnen gezellig te kletsen. Ik ben van nature niet het type dat zomaar een praatje met vreemden begint, maar af en toe vind ik dat jammer. Bovendien is het niet handig, want door gebrek aan oefening spreek en versta ik de taal nog steeds niet echt en daardoor durf ik al helemaal geen praatje te beginnen. Nou ja, het is niet anders. Lezen en observeren is ook leuk.
Twee zussen – denk ik, ze leken erg op elkaar - kochten een broodje worst en gingen er ook bij zitten. Het gesprek werd feller, maar ik had geen idee waar het over ging. Waarschijnlijk over de lange wachttijd. Een man belde iemand op en zei “bon tardi” (goedemiddag). Wat gek was, want het was toch echt nog ochtend, ook al zat ik daar al bijna een uur.
De mannelijke bewaker wrikte met zijn schroevendraaier in het raamkozijn. Hij kon het raampje nog net op tijd opvangen toen het los kwam.
Uit mijn ooghoeken zag ik dat de hond opstond. Ze liep een rondje en ging toen weer langs de weg liggen. Dom beest.
De dame van het tafeltje stond op en begon te juichen. Degene die met haar auto in de rij had gestaan wapperde met het felbegeerde keuringsbewijs. Hij stapte uit en ging op de bijrijdersstoel zitten, zodat zij weg kon rijden. Dat deed ze dan ook, triomfantelijk, met armgezwaai en getoeter. We keken haar lachend en een tikje afgunstig na.
De bewaker probeerde nu scharnieren in het kozijn vast te zetten op zo’n manier dat het raampje opengeklapt kon worden. Dat viel allemaal niet mee.
De man van de oudere dame was ook al klaar. Echtgenoot en onze auto zag ik nog nergens.
Als de keuring klaar is, moet je achter het gebouw wachten tot iemand de nieuwe keuringskaart komt brengen. Ik zag een paar mensen doorrijden zonder te wachten. Afgekeurd dus. De meesten namen het gelaten, maar één reed er nogal agressief, met rokende banden, weg.
Echtgenoot vertelde later dat er steeds andere auto’s voorgelaten werden in de rij. Een van de wachtenden was dat na een uur wachten zat en maakte stennis. Echtgenoot was het ook zat, maar die weet inmiddels wel dat je beter geen problemen kunt maken. De andere man was een Curaçaoënaar, maar wist dat blijkbaar niet. Zijn auto werd afgekeurd.
“Ik denk dat ik hem heb zien wegrijden,” zei ik. “Hij was niet blij.”
Daar zag ik onze auto eindelijk! Nog maar een paar wachtenden voor hem.
De bewaker liet trots aan een derde bewaker zien dat het raampje nu open kon, net als het andere raampje. Dat was blijkbaar erg belangrijk, ondanks het feit dat het hokje aan de voor- en achterkant helemaal geen raam of betimmering had. Maar nu kon het tenminste aan alle kanten doortochten.
De hond sliep alweer. Zelfs de agressieve chauffeur was niet over haar heen gereden. Dat scheelde dan weer.
Echtgenoot parkeerde de auto achter het gebouw. Goedgekeurd dus. Ik ruimde mijn e-reader alvast op, maar dat was een tikje voorbarig. Het duurde nog een kwartier voor hij de kaart had.
Toen had ik daar ruim anderhalf uur op dat krukje gezeten en hij dus anderhalf uur in de auto. Maar toen waren we er wel weer áf voor de komende twee jaar. Met deze auto dan. De andere moet in september weer…

(terwijl ik dit stukje schreef, herinnerde ik me dat ik vorig jaar ook een stukje schreef over de keuring, maar dat heb ik nooit geplaatst. Als een soort bonus heb ik dat vandaag alsnog gedaan: lees hier wat er vorig jaar gebeurde...)
 
foto van Tim  Samuel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat leuk dat je wilt reageren!
Ik lees alle reacties en meestal antwoord ik ook, al kan dat soms een paar dagen duren.