Deze maand wonen we vier jaar in dit huis en vierenhalf jaar officieel op Curaçao. Het is ruim vijfenhalf jaar geleden dat we besloten de stap écht te gaan zetten en te emigreren, en het moment waarop we besloten dat we ooit hier zouden gaan wonen, is zelfs al bijna tien jaar geleden.
Het is dus allemaal dus niet bepaald nieuw meer voor ons. En dat is fijn.
Ik heb mijn vaste supermarktrondje en weet waar de kringloopwinkels zijn, waar je lekker en betaalbaar uit eten kunt, waar de geldautomaten staan en waar de schoonste toiletten zijn. We weten hoe dingen hier werken en hoewel we de taal nog niet echt geweldig spreken, begrijpen we meestal wel wat men bedoelt. We hebben ons ritme gevonden in het dagelijks leven en beginnen de seizoenen hier (die zijn er wel degelijk!) te onderscheiden.
Het is zelfs zo, dat we Nederland nu toch echt beginnen te ontwennen. Boodschappen inpakken in de supermarkt voelt onwennig (daar hebben we hier inpakkers voor) en ik vind de agressie in het verkeer lastig om mee om te gaan. Ons vakantiehuisje staat bij Nunspeet in de buurt en daar voelt het leven nog wel redelijk normaal, maar als ik in Rotterdam ben, krijg ik het benauwd. Zo druk, zo veel mensen en zoveel herrie.
O, en afstanden. Ook zoiets. In het begin moesten we een beetje lachen om mensen die vonden dat wij op Westpunt zo ver weg woonden. Op een klein eiland als Curaçao is niets ver, vonden wij. Maar we merken nu dat we steeds minder gemakkelijk “even naar de stad” rijden (dat is zo’n drie kwartier bij ons vandaan). Waar we vroeger rustig ‘s ochtends boodschappen gingen doen, ’s middags even iets gingen halen bij de bouwmarkt en vervolgens ’s avonds bedachten dat we in de stad uit eten wilden, proberen we dat soort dingen nu altijd te combineren of op verschillende dagen te plannen. Want anders zit je zo lang in de auto. En restaurants, evenementen of attracties in het oosten? Ja, die zijn ver weg.
Waarmee ik maar wil zeggen dat we hier nu duidelijk al een tijdje wonen. Het nieuwe, het ontdekken is er echt af. En nogmaals, dat is fijn.
Op alle gebieden, behalve één. Want ik heb steeds het gevoel dat ik iets bijzonders te vertellen moet hebben als ik een stukje wil schrijven voor mijn blog. Maar ik heb hier een heel normaal leven. Ik doe het huishouden, schrijf af en toe een paar woorden aan een boek (dat is in ieder geval de bedoeling, maar daarover later meer), probeer de tuin enigszins onder controle te houden, help echtgenoot met zijn bedrijf en met klussen in huis en voer regelmatig lange gesprekken met de dochters en mijn vader. Dat laatste dan via de telefoon, in plaats van persoonlijk, maar ook dat went.
Niets om over te schrijven dus. Dat dacht ik in ieder geval de laatste tijd steeds. En daarom schreef ik maar niet.
Maar vannacht (slapen is niet mijn sterkste kant de laatste tijd) bedacht ik ineens wat een onzin dat is. Want vroeger - voor we naar Curaçao verhuisden - schreef ik wekelijks stukjes en toen beleefde ik ook zelden iets bijzonders. Maar ik schreef ze toch. In dat heel gewone leven was toch altijd wel iets waar ik over wilde vertellen. En misschien wordt het tijd om dat nu ook weer te doen. Gewoon schrijven over wat ik doe en wat me bezighoudt, zonder dat het per se over iets bijzonders moet gaan.
O, ik geloof dat ik dat net gedaan heb… Komt dat even goed uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat leuk dat je wilt reageren!
Ik lees alle reacties en meestal antwoord ik ook, al kan dat soms een paar dagen duren.