Tijdens ons wekelijkse telefoongesprek vraagt mijn vader regelmatig om foto’s van mijn tuin en ons huis. Maar het komt er nooit van om die te maken en te sturen. Het blijft bij een halfslachtige poging en het valt altijd heel erg tegen.
Vooral wat de tuin betreft: als ik een foto maak van de bloeiende flamboyan, zie ik wat rode bloemen in een groene waas. In het echt is het zo’n onbeschrijflijk mooie boom, dat ik nog steeds niet kan geloven dat ik die zelf heb opgekweekt uit een paar zaadjes. Hetzelfde geldt voor de rest van de tuin. Het is nooit zo netjes als ik zou willen, maar als ik er zelf rondloop, zie ik de kolibries, hoor ik de suikerdiefjes, geniet ik van de bloemen en de manier waarop de zon door de bladeren valt en… nou ja, je snapt het wel. Dat kun je niet vastleggen op een foto. Ik niet, in ieder geval. Close-ups van bloemen en blaadjes, dát kan ik. Maar overzichtsfoto’s vallen me altijd verschrikkelijk tegen. Die worden nooit zo als ik ze in mijn hoofd had.
Toen ik hem dat probeerde uit te leggen, zei mijn vader: “Maar ik
weet toch niet hoe het in het echt is? Ik wil gewoon zien hoe het eruit
ziet.” Hij had een punt. Een goed punt zelfs. Er zit een verschil tussen
“mooie foto’s” en foto’s waar je iets op laat zien. Natuurlijk kan ik
wel een beetje proberen een goede compositie te maken en een beetje
letten op contrast, belichting en scherpte/diepte is ook allemaal prima
(fotograferen is was een hobby van me). Maar uiteindelijk hoef ik er geen fotowedstrijd mee te winnen.
Ik lag daar vannacht nog even over door te denken en besefte toen dat dit niet alleen voor foto’s van mijn tuin geldt, maar voor veel meer dingen. Alle soorten foto’s om te beginnen.
Foto’s van mijn huis maak ik ook zelden, want ik zie altijd van alles dat nog schoongemaakt, opgeruimd of aangepast moet worden. Maar ten eerste kun je daar best omheen fotograferen en ten tweede zie je dat soort details vaak niet eens op een foto. En eigenlijk zie ik zelf ook liever foto’s van een huis waarin geleefd wordt, dan foto’s van kamers die meer op een showroom lijken.
Foto’s van mezelf… met die verhitte kop en mijn haar dat nooit netjes zit? Bovendien heb ik niet bepaald een modellenfiguur. En ik ben ook nog steeds niet gewend aan mijn rimpels. Maar het is wel hoe ik eruit zie.
Het gekke is dat ik het geweldig vind dat Nicole van Huisvlijt.com zo vaak zelfportretten gebruikt om haar artikelen te illustreren. Ik zou dat ook graag doen. Zoveel leuker en persoonlijker dan de foto’s die ik bij Pexels download. Maar ja, die zijn wel heel mooi. Alleen zie je er niet bijzonder veel op.
Het is zelfs van toepassing op mijn schrijfwerk. De reden waarom ik steeds minder ben gaan schrijven de afgelopen jaren, is omdat ik niet meer – zoals vroeger – gewoon spontaan even ging zitten typen wat me bezighield. Blogposts moesten ineens columns worden, die aan allerlei regeltjes moesten voldoen. Maar de meeste mensen die mijn blog lezen, willen gewoon weten wat ik doe, denk en meemaak.
En hetzelfde geldt voor mijn boeken. Vroeger bedacht ik een situatie of een voorval en dat begon dan te kriebelen om als verhaal opgeschreven te worden. En als het dan eenmaal lekker liep, was het ineens een boek (waarmee ik niet wil zeggen dat een boek schrijven niet veel werk is – maar ik vond het vooral erg leuk om te doen). Nu ben ik in mijn hoofd steeds bezig met het bedenken van een écht goed plot en wil ik mooie zinnen maken, die mensen kunnen quoten. Maar de meeste van mijn lezers willen gewoon even ontspannen met een gezellig verhaal.
Tja… Perfectionisme en een totaal gebrek aan zelfvertrouwen gaan meestal hand in hand. Bij mij wel in ieder geval. Mensen denken altijd dat perfectionisten heel hard werken om alles perfect te krijgen. En dat klopt ook wel. Tot die perfectionist over een bepaalde grens gaat en in een burnout en/of depressie terecht komt. Dan zorgt dat perfectionisme ervoor dat die persoon heel veel dingen niet meer doet. Want het lukt toch niet om het goed te doen.
Het gekke is dat ik niet zo was. Mijn streven was altijd (zelfs voor mijn boeken) “goed genoeg”. Maar die flexibiliteit ben ik in de afgelopen jaren kwijtgeraakt. Ik leg de lat – voor mezelf – enorm hoog. Zou het de overgang zijn? Vast wel. Die krijgt overal de schuld van als je mijn leeftijd bent. Maar het is nooit te laat om slechte gewoontes weer af te leren. Ik werk eraan…
(p.s. dit stukje is wel min of meer spontaan uit mijn toetsenbord gevloeid en het voldoet zeker niet aan al mijn zelfopgelegde regeltjes. Dus als je dit stukje leest, heb ik mezelf dus over een paar hindernissen heen getrokken. En die foto… nou ja. Dat ben ik, voor de flamboyan. Dit is nu eenmaal hoe ik eruit zie op een heel normale dag. En nu niet roepen dat make-up wonderen kan doen. Dat spoelt er direct weer af in die hitte hier.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat leuk dat je wilt reageren!
Ik lees alle reacties en meestal antwoord ik ook, al kan dat soms een paar dagen duren.