01 december 2023

Gedoe met katten

Ja, ik weet het. Long time no see… Ik ga niet meer zeggen dat het goed gaat, want blijkbaar is dat toch de goden verzoeken. Zelfs als je niet in die goden gelooft. Oorontsteking, oververmoeidheid… nou ja, laten we het er gewoon niet over hebben.

Twee weken geleden bedacht ik dat ik misschien een wat voorzichtiger doel kon stellen voor mijn blog. Niet meerdere keren per week een stukje plaatsen en zelfs niet elke week, maar voorlopig, naar voorbeeld van collegaschrijfster Wilma Hollander, eens per maand. Op de eerste van die maand, zodat de deadline in mijn hoofd volkomen duidelijk is.
Prima idee. Behalve als je zo’n chaotisch hoofd hebt, dat je amper weet welke dag van de week het is, laat staan welke datum. En dus was het ineens 1 december. Oeps.
Gelukkig wist geen van mijn lezers van mijn prachtige plannen, dus is er niemand voor niets langsgeklikt vanochtend. En het is nog 1 december, dus ik heb nog tijd.
Ik weet alleen niet zo goed wat ik te vertellen heb… Wat heb ik de afgelopen maand gedaan? Te veel nieuws gelezen (ook niet goed voor je gezondheid, zeker niet op dit moment). Een dag zonder water gezeten (groot onderhoud aan de leidingen). Met de katten heen en weer gereden. O ja. Laat ik daar iets over vertellen.

Hoewel we allebei ook van honden houden, zijn we echte kattenmensen. Honden zijn leuk bij anderen, maar zelf hebben we ze nooit gehad. Katten daarentegen zijn al heel lang altijd onderdeel van ons gezin geweest. De allereerste (James Bont heette hij) kwam bij ons wonen toen onze jongste een jaar oud was (bijna dertig jaar geleden!). Daarna hebben we nooit lang zonder kat geleefd (achtereenvolgens Poekie, Stripe, Spook, Co, Beest en Poes – ja, ik weet het, rare namen).
Op dit moment “hebben” we vier katten. Ik schrijf hebben tussen aanhalingstekens omdat het eigenlijk wilde katten zijn die bij ons komen eten en soms zelfs aangehaald willen worden. Jul is met zijn tweeënhalf jaar de oudste. Verder hebben we drie jonge katten van dezelfde moeder als Jul en zijn broertje Jut (die helaas maar vier maanden oud geworden is), maar met een andere vader. Deze dame en heren zijn begin april geboren en het was dus de hoogste tijd een paar onderdelen te laten verwijderen.
Dat is tegenwoordig nu eenmaal een soort burgerplicht en Jul is dan ook netjes gecastreerd. We hebben op dit eiland een overschot aan ondervoede katten, al valt dat bij ons in de buurt wel mee. Behalve die-van-ons lopen er af en toe nog een paar katers rond (alleen als we een krolse poes hebben), maar die zijn stuk voor stuk goed doorvoed. Toch is het belangrijk om te zorgen dat het dan zo blijft.
Bovendien hebben we de moeder van ons stel zien wegteren omdat ze voortdurend nestjes kreeg. Alleen deze vier katjes hebben het overleefd en Kleintje was nog geen drie jaar oud toen ze stierf. Zo sneu.
Waarom we haar dan niet hebben laten steriliseren? Omdat zij, in tegenstelling tot haar oudste zoon, echt een wilde kat was. We mochten haar aaien tijdens het eten, maar verder niet. Toen echtgenoot probeerde haar in het reismandje te stoppen, raakte ze volledig in paniek. Hij had haar in haar nekvel, maar ze draaide zich om en beet zo hard in zijn hand dat hij die drie dagen niet heeft kunnen gebruiken en het duurde vier dagen voor ze weer bij ons durfde te eten. Toen hebben we het idee om Kleintje naar de dierenarts te brengen maar opgegeven, met alle nare gevolgen vandien.
Voor Vlekkie (het enige poesje van de drie kittens– op de foto’s is te zien waarom we haar zo noemen) wilden we een beter leven, maar ook zij laat zich niet echt aanhalen, in tegenstelling tot haar broertjes, die zelfs op schoot komen liggen. En voor die broertjes wilden we dan weer liever niet dat ze heel sterke territoriumdrang zouden krijgen zodat ze elkaar – of Jul – zouden proberen weg te jagen. Maar ook zij zijn niet zo van het oppakken.
Een paar weken geleden zag ik de mensen van Kitten Rescue Curaçao op het parkeerterrein bij de supermarkt staan. Ik weet dat zij regelmatig sterilisatieacties houden, maar ik zat nog steeds met het probleem dat ik vooral Vlekkie niet kan vangen. De andere katers liepen alweer rond ons huis en dat beloofde niet veel goeds. Dus besloot ik in een opwelling eens te gaan vragen of ze daar een oplossing voor hadden. Die hadden ze. Heel simpel. Ik kon een vangkooi lenen.
En dat werkte. Haarbal (tja… we wilden ons in eerste instantie niet aan die beestjes hechten en dit was een bijnaam om toch onderscheid te maken) liet zich gemakkelijk met een sardientje de vangkooi in lokken en het lukte zowaar ook om hem daarna naar de reismand over te laten lopen. Zwartje (Die Andere Zwarte – afgekort Zwartje) had dat ding niet nodig, die was nieuwsgierig en wandelde zo de reiskooi in. Ik was snel genoeg om het deurtje dicht te doen voor hij doorhad wat hij gedaan had.
Vlekkie was – natuurlijk – de lastigste. En de slimste. Ze probeerde eerst het sardientje van buitenaf te pakken te krijgen. Maar uiteindelijk was de verleiding toch te groot en ging ze naar binnen, waarna het luikje dichtklapte (dat ging automatisch zodra ze achterin gewicht op een bepaald stukje zette). Gelukt!
Natuurlijk vond ik het zielig en natuurlijk was ik bang dat ze daarna niets meer met ons te maken wilden hebben. Of in ieder geval niet met mij. Want ik ben degene die met ze heen en weer gereden is en die ze bij de dierenarts achtergelaten heeft. Maar we zijn nu drie dagen verder en alles gaat prima. De broertjes komen weer gezellig op schoot en Vlekkie scharrelt om ons heen tot er een hand te dichtbij komt. Het lijkt er zelfs op dat ze langzaam minder bang begint te worden.
We hoeven ons dus geen zorgen meer te maken over nestjes of vechtpartijen.
Dat was me die vier keer (kooi halen, katten brengen, katten halen, reiskooi terugbrengen) twintig minuten heen en weer rijden (dus ruim tweeënhalf uur totaal) wel waard!




 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat leuk dat je wilt reageren!
Ik lees alle reacties en meestal antwoord ik ook, al kan dat soms een paar dagen duren.